Teksten werven, Wagnerplein markt, vrijdag 24 Juni 2011 door Ceciel van der Weide.
De tweede ronde teksten werven zit er weer op. Ondanks de slechte weersvoorspellingen toch besloten om het te wagen en het tekstorgel bloot te stellen aan de regenbuien. Ditmaal op de markt bij het Wagnerplein. We hoopten op de inbreng van zinnen, gedachten of gezegdes uit verschillende culturen en nationaliteiten. Tilburg blijkt meer dan 155 nationaliteiten te herbergen en dat willen we graag terugzien in ons project “nieuwe teksten voor Tilburg”.
Gewapend met op de borst geprikte fris groene badges van de Tekstwevers, klembord en formulieren gingen dichter Nick J. Swarth, beeldend kunstenaar Miranda Poel en ik op jacht naar bijzondere taaldraden.
In de hoop dat de mensen die ik aanspreek niet meteen weglopen omdat ze mij aanzien voor een politiek volgeling van een of andere groene partij of juist een religieuze fanaat, verberg ik mijn klembord achter mijn rug. Zoekende naar een goede openingszin die mensen niet afschrikt maar juist nieuwsgierig maakt.
Het tekstorgel blijkt bestand tegen de regen. Het doet zijn werk en claimt de aandacht van de voorbijgangers die om uitleg komen vragen. De inspiratielaatjes met tekstkaarten en foto’s en de gedachtedoosjes worden weinig bekeken. De typemachine op het balkonnetje om een tekst voor Tilburg te typen, wordt alleen even gebruikt door Miranda. Jammer, want het is verrassend wat je al snuffelend in de laatjes tegenkomt als aanleidingen om je gedachten te kunnen formuleren in een taaldraad. Ik had mij als doel gesteld om gezegdes en wijsheden uit andere culturen binnen te halen en dat is meer dan redelijk gelukt. Tien nationaliteiten die in hun eigen taal en schrift hun tekst formuleerden, naast de Tilburgse en Nederlandstalige taaldraden.
Een bijzondere ontmoeting had ik met een Ethiopische man die 6 jaar geleden als asielzoeker bij mij in het atelier een workshop decoupage en kleien kreeg. Hij spreekt na 6 jaar goed Nederlands en vertelt dat het hem voorspoedig is gegaan in Tilburg. De universiteit afgerond, een baan, vrijwilligerswerk en een Nederlands paspoort. Van hem kreeg ik een Ethiopische gezegde: “Een uitnodiging om bij iemand te gaan eten neem je aan als dat met een glimlach gebeurt.” In ruil voor zijn taaldraad kreeg hij van mij een keramische handreiking met als tekst: “Een glimlach is een kus van de ziel.”
Een andere ontmoeting die mij is bijgebleven was van een mevrouw die hartkwalen had en bij mij haar beklag deed over haar buren. Ondanks de herhaalde uitleg van het project dacht ze dat ik een ambtenaar van de gemeente was waar je je klachten aan kon vertellen. Samen formuleerden we de taaldraad: “Hartzeer, de emmer loopt over door pesterijen.”
Het idee van de maawmuur, een project van kunstenaar Miranda Poel, blijkt hard nodig te zijn na een dag taaldraden werven. De maawmuur is een plek waar iedereen naar hartelust kan maawen, klagen. De opzet van een dergelijke muur, net als zijn eeuwenoude voorganger, is tweeledig: symbool van het lijden, maar tegelijk de belofte van herstel.